Vrij levende dieren zoeken de voor hen meest ideale leefomstandigheden op waar dekking, voedsel, vocht en voortplantingsmogelijkheden beschikbaar zijn. In de stad vinden ze die ideale omstandigheden in gebouwen, tuinen, parken en natuurgebieden.
Dossier
Groenblauwe gemeente
Behoud en ontwikkeling van een samenhangend groenblauw raamwerk in en om de stad geeft betekenis aan ecologie en draagt bij aan vergroting van biodiversiteit. In iedere gemeente, ook binnen de bebouwde kom, vinden we een groot aantal vrij levende dieren. Hun aanwezigheid wordt bevorderd door aanleg en onderhoud van een diervriendelijke omgeving.

Over dit dossier
Natuurinclusief bouwen
Natuurinclusief bouwen is bouwen met aandacht voor de natuur. Bij het natuurinclusief bouwen gaat het enerzijds om het verbeteren van de leefomstandigheden van ‘gebouw gebonden’ soorten als huismussen, gierzwaluwen en vleermuizen. Dit zijn volgens de Wet Natuurbescherming beschermde soorten die onder druk staan doordat gebouwen tegenwoordig zo gebouwd worden dat deze soorten geen verblijfmogelijkheden meer hebben.
Amstelwijck: groenblauwe wijk
In Dordrecht wordt “Groenblauw Amstelwijck” ontwikkeld, een wijk waar ruimte is voor verschillende planten en dieren. Uitgangspunt bij de ontwikkeling is dat minimaal 40% van het terrein groen of blauw (water) wordt ingericht.
Deltaplan Biodiversiteitsherstel
Zwolle heeft zich als eerste gemeente in Nederland gecommitteerd aan het Deltaplan Biodiversiteitsherstel. Het Deltaplan Biodiversiteitsherstel richt zich op drie gebieden: openbare ruimte, landbouw en natuur.
Natuurzones: casus Baanstee-Noord
Rondom de Baanstee-Noord in Purmerend, als een vesting om het bedrijventerrein, is een bijzondere natuurzone aangelegd. De natuurzone is ontstaan ter compensatie vanwege het ontwikkelen van Bedrijventerrein. Hoewel deze compensatie was opgelegd, is de gemeente verder gegaan met de ontwikkeling van de natuurzone dan de verplichting voorschreef.
Ecologische infrastructuur: egel als gidssoort
Beheer van openbaar groen draagt bij aan de vorming van een ecologische infra¬structuur tussen de terreinen die uit natuuroogpunt waardevol zijn. Verbindingszones zijn onmisbaar voor de natuur in het stedelijke gebied. Dieren kunnen zich daarlangs verplaatsen naar andere gebieden. Dergelijke gebiedswisseling is niet alleen voor het overleven van individuele dieren, maar ook voor de instandhouding van de populatie van belang.
Natuurvriendelijke oevers
Oevers zijn bij uitstek geschikt voor het vergroten van biodiversiteit. Dit betekent wel dat er een natuurlijke oever moet zijn die ook nog een flauwe helling heeft. In plaats van een hoge beschoeiing kunnen ook aflopende oevers worden gecreëerd, zodat amfibieën, watervogels en insecten (libellen) gemakkelijk in en uit het water kunnen komen. Deze natuurvriendelijke oevers bieden ook goede schuilplekken voor (jonge) vissen en amfibieën en fungeren als ei-afzetmogelijkheden voor deze dieren.
Vergroening van stenige plekken
Recent onderzoek laat zien dat veel buurten in Nederland versteend zijn, waaronder een
belangrijk deel van de nieuw gebouwde buurten. In al deze buurten is te weinig ruimte voor groen. Meer dan de helft van de buurten in de 32 grootste Nederlandse gemeenten is versteend. Tegelijk zijn er mooie voorbeelden die laten zien dat minder versteend bouwen heel goed mogelijk is, ook in dichtbevolkte wijken. De gemeente kan zelf actief zorgen voor meer natuur en groen in de buurt, en de verstening terugdringen. Dit kan in het bestemmingsplan, en straks – na inwerkingtreding van de Omgevingswet – in het omgevingsplan, door vast te leggen waar groen of natuur moet worden beschermd of verbeterd, en hoe.
Vleermuizen en gierzwaluwen in de stad
In Nederland komen 19 verschillende soorten vleermuizen voor, alle streng beschermd (Wnb paragraaf 3.2). Een aantal vleermuissoorten leeft in stedelijk gebied, waar de dieren zich schuilhouden in spleten en kieren van gebouwen, op zolders of in bomen. Lange tijd waren gebouwen en huizen uiterst geschikt voor de vleermuizen. De laatste tijd worden gebouwen en huizen echter vaak zodanig gebouwd, gerenoveerd of gesloopt dat zij ontoegankelijk zijn voor onder andere muizen en ratten en daardoor ook verblijfplaatsen voor vleermuizen verloren gaan of ontbreken.
Laat jouw gemeente zoemen
Insecten zijn belangrijk voor de biodiversiteit in de stad. Bijen zijn een goed voorbeeld: ze zorgen via bestuiving voor een deel van ons dagelijks voedsel. Ook zijn ze belangrijk voor de verspreiding van erfelijk materiaal en de diversiteit binnen soorten. Grote genetische verschillen tussen planten versterken de weerbaarheid van soorten. De achteruitgang van bloeiende planten, gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, schaalvergroting en intensivering in de landbouw en de introductie van exoten zoals de Varroa-mijt bij de honingbij hebben de afgelopen jaren gezorgd voor een wereldwijde bijensterfte. In Nederland is ook een groot aantal soorten bijen verdwenen of bedreigd. In 2018 is de stand van alle bijensoorten opgenomen op de Rode lijst.
Contact
Reageren op dit dossier, of heb je andere vragen over Groenblauwe gemeente? Laat een reactie achter of neem contact op.