Al deze dieren brengen ook een grote verantwoordelijkheid met zich mee, en ook de gemeente heeft hier direct mee te maken. Bijvoorbeeld binnen het sociale domein, bij huisuitzettingen, in de openbare ruimte (inclusief ruimtelijke ordening) en vanuit de zorgplicht in het burgerlijk wetboek voor zwervend aangetroffen dieren.
Dossier
Huis- en hobbydieren
Over dit dossier
Dierenwelzijn huis- en hobbydieren
Vaak weten mensen niet genoeg over huisdierbezit en hobbydieren en de wettelijke regels die hierbij gelden. Dit kan leiden tot verwaarlozing of mishandeling. De gemeente kan inwoners helpen met goede informatievoorziening en voorlichting over wettelijke regels en veelvoorkomende problemen. De landelijke overheid is het bevoegd orgaan voor regelgeving over dierenwelzijn. Wettelijke regels met betrekking tot huisdieren en hobbydieren zijn vastgelegd in de Wet dieren. Het Besluit houders van dieren, een uitvoeringsbesluit bij deze wet, bevat algemene regels over het houden en de verzorging van dieren.
Huis- en hobbydierenlijst
Vanaf juli 2024 wordt het aantal soorten zoogdieren dat gehouden mag worden in Nederland ingeperkt. Een limitatieve lijst is er al in zeven andere Europese landen. Rondom de invoering van de lijst zouden gemeenten te maken kunnen krijgen met een toename in gedumpte dieren. Veel zal afhangen van de communicatie vanuit het Rijk en eventuele nog op te stellen flankerende maatregelen. Het is relevant voor een gemeente de ontwikkelingen rondom de invoering van de lijst te monitoren.
Opvang zwerf- en afstandsdieren
Gemeenten hebben een wettelijke taak voor de tijdelijke opvang van huis- en hobbydieren die op straat zwerven (Burgerlijk Wetboek (boek 5), artikel 8 lid 3). De gemeente moet deze dieren 14 dagen voor de eigenaar bewaren. Als die zich niet binnen 14 dagen meldt, bepaalt de burgemeester wat er met de dieren gebeurt. Doorgaans draagt de burgemeester het eigendom van het dier dan over aan een dierenopvang, waarna het dier geplaats kan worden bij een volgende particuliere eigenaar.
Opvang na huisontruiming
Een dier kan ook opvang nodig hebben als gevolg van bijvoorbeeld een huisontruiming. In dat geval is de gemeente verplicht volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) (artikelen 5:29 en 5:30 Awb) om achtergelaten ‘zaken’ maximaal 13 weken ‘op te slaan’. Als het na die tijd niet lukt om het dier weer terug te brengen naar de eigenaar, dan is de gemeente bevoegd het dier over te dragen aan het dierenasiel, te verkopen of euthanasie te laten uitvoeren.
Sociaal beleid en dierenwelzijn
Geldgebrek, fysieke of psychische beperkingen bij de eigenaar, of een verstoorde gezinsrelaties kunnen aanleiding zijn voor afglijdend dierenwelzijn of dierverwaarlozing. In het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) komt de sociale hulpverlener vaker ‘achter de voordeur’. Zo vindt in veel gemeenten het ‘keukentafelgesprek’ plaats, dat vaak is uitbesteed aan sociale wijk- of buurtteams. Sociale hulpverleners kunnen een belangrijke rol spelen bij het signaleren van dierenwelzijnsproblemen en actie ondernemen.
Dieren in de buitenruimte: honden en hobbydieren
Als gemeente kun je naast opvanglocaties ook voorzieningen in de buitenruimte organiseren, zoals voorzieningen voor honden of het accommoderen van gehouden dieren, denk aan paarden en pony’s, maar ook geiten en schapen. Voorzieningen, die in ieder geval goed zijn voor het dierenwelzijn, maar die ook nodig zijn om ervoor te zorgen dat de openbare ruimte geschikt is voor mensen met èn zonder dieren.
Identificatie en registratie huisdieren
Het is om meerdere redenen wenselijk dat zoveel mogelijk huisdieren kunnen worden getraceerd naar een eigenaar. Het kan helpen om de (kosten voor de ) zorg aan zwerfdieren voor een gemeente te beperken en draagt bij aan een snelle hereniging van verloren geraakte dieren met de eigenaar (goed voor mens en dier). De chip met transponder is hiervoor de aangewezen methode. Echter, het plaatsen van zo’n chip heeft alleen zin als dieren ook geregistreerd worden in de daarvoor aangewezen databanken.
(Woon)overlast: gevolgen voor dieren
Handhaving van dierenwelzijn is in principe geen verantwoordelijkheid van de gemeente. De gemeente kan wel eisen stellen op het gebied van openbare orde en veiligheid die indirect hun weerslag hebben op het dierenwelzijn via de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Deze eisen kunnen worden vastgelegd in de vergunningverlening voor bijvoorbeeld een evenement waarbij dieren worden gebruikt. Bij overtreding van deze eisen kan er een volgende keer de vergunning niet verstrekt worden.
Overlast en gevaar door dieren
Het is gebruikelijk om in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) een verbod op overlast door dieren op te nemen, zoals kraaiende hanen of blaffende honden. Hierop kan zo nodig rechtstreeks worden gehandhaafd, zonder tussenkomst van vergunningen.