In een dichtbevolkt land als Nederland komt de natuur door allerlei menselijke activiteiten vaak in de knel. Denk daarbij bijvoorbeeld aan stedelijke ontwikkeling, wegaanleg of infrastructuur, en water- en groenbeheer.
Dossier
In het wild levende dieren
Over dit dossier
Soortenbescherming bij ruimtelijke ingrepen
Alle vogels in Nederland, in totaal ruim 700 soorten, zijn beschermd. Daarnaast worden ongeveer 230 overige Europese en nationale soorten beschermd. De Wet natuurbescherming bevat hiertoe drie beschermingsregimes. Daarnaast geldt voor de extra bedreigde en kwetsbare diersoorten op de rode lijsten een hogere prioriteit bij het nemen van actieve beschermingsmaatregelen.
Bescherming vogelnesten
Alle inheemse vogels (ruim 700 soorten), hun nesten en eieren zijn beschermd op grond van de Wet natuurbescherming. Het is verboden om vogels te vangen, doden of verstoren, maar ook om hun nesten en eieren te beschadigen. Dit geldt voor de vogels in de stad net zo goed als voor vogels op het platteland en in natuurgebieden. Nesten van inheemse vogelsoorten zijn gedurende de broedperiode beschermd, vanaf het eerste takje, tot het uitvliegen van het laatste jong. Voor het broedseizoen staat in de wet geen vaste periode. De looptijd verschilt per soort en varieert per jaar.
Gedragscodes natuurbescherming
Voor een aantal werkzaamheden op plekken waar beschermde dieren voorkomen is geen ontheffing nodig en kan een vrijstelling worden verkregen. Het gaat om werkzaamheden die vaak voorkomen of voorspelbaar zijn, zoals groenonderhoud binnen een gemeente of de werkzaamheden van waterschappen.
Mitigerende maatregelen: casus vleermuis
Om bij ruimtelijke ingrepen meer rekening te houden met de flora en fauna kunnen mitigerende of compenserende maatregelen worden getroffen. In sommige gevallen is dit zelfs verplicht. Mitigerende maatregelen in het kader van soortenbescherming zijn maatregelen die worden getroffen om de overtreding van verbodsbepalingen ‘ter plaatse’ te voorkomen of te beperken.
Faunabeheer en jacht
Er zijn situaties waarin dieren in het wild niet beschermd worden maar juist verjaagd of gedood worden. Dit gebeurt in het geval dat deze dieren overlast of schade veroorzaken of indien het beheer van de populatie van de diersoort dit vereist (Wnb paragraaf 3.4). Indien het beschermde diersoorten betreft, is een vrijstelling of ontheffing van de Wet natuurbescherming nodig. Schadebestrijding is in de wet gereguleerd. Populatiebeheer kan nodig zijn vanwege onder andere een publiek belang – zoals de volksgezondheid of verkeersveiligheid: De omvang van populaties van diersoorten kunnen dan worden beperkt. Voor soorten die niet van oorsprong in Nederland voorkomen (exoten) is het soms nodig de populatie terug te brengen naar nul, ter bescherming van de inheemse planten en dieren.
Alternatief faunabeheer: casus Utrecht
Andere middelen dan jacht die worden ingezet bij faunabeheer in Utrecht zijn bijvoorbeeld het verhinderen van nestelmogelijkheden door openingen onder tunnels dicht te maken en het schudden van eieren (nestbeheer).
Video: Diervriendelijk nestbeheer
Diervriendelijk nestbeheer
Dierbescherming
Infrastructuur: watergangen
Hoofdwatergangen worden in Nederland door het waterschap gebaggerd. De overige smallere watergangen worden door (vaak in opdracht van) de gemeente gebaggerd, meestal direct door middel van een kraantje aan de waterkant. Een gemeente mag niet zomaar ergens baggeren, maar is verplicht eerst een gedegen onderzoek uit te voeren naar de aanwezigheid van beschermde diersoorten om na te gaan of ze een ontheffing aan moet vragen.
Infrastructuur: wegen en goten
Gemeenten kunnen met het oog op het beschermen van (in het wild levende) dieren verkeersbesluiten nemen voor de wegen die door hen worden beheerd. De gemeente kan bijvoorbeeld wegen afsluiten in verband met de paddentrek, hekwerken of tunnels plaatsen of de maximumsnelheid beperken om overstekende dieren te beschermen.
Amberkleurig licht voor de meervleermuis
In Almere Buiten is op vijf verschillende plekken de verlichting van een aantal lantaarnpalen aangepast voor de meervleermuis.
Wilde dieren in nood
In het wild levende dieren kunnen door een calamiteit, crisis of ramp in een noodsituatie
verkeren. Ze kunnen bijvoorbeeld gewond raken in het verkeer, worden vergiftigd, te maken krijgen met overstromingen, besmeurd raken met olie etc. Deze dieren hebben geen eigenaar, en derhalve hebben gemeenten op basis van het Burgerlijk Wetboek geen bewaarplicht (zie ook dossier “Wet- en regelgeving”) ten aanzien van deze dieren.