Gezondheidsraad: in de omgeving van geitenhouderij meer risico op longontsteking

In het programma ‘Veehouderij en Gezondheid Omwonenden (VGO)’ wordt gekeken naar risico’s voor omwonenden van veehouderijen. In het derde traject van dit programma (VGO-III) staat longontsteking bij omwonenden van geitenhouderij centraal.
Het VGO-III-onderzoek heeft nogmaals en uitgebreider onderzoek gedaan naar het optreden van longontsteking in de buurt van geitenhouderijen. Ook is er onderzoek gedaan naar de mogelijke oorzaak. Daarna heeft de Gezondheidsraad een deskstudy uitgevoerd of er voldoende wetenschappelijk bewijs is dat omwonenden bij geitenhouderijen vaker longontsteking hebben. Allerlei belangenorganisaties, zoals de vakgroep Geitenhouderij van LTO, de GGD-GHOR, het Longfonds en het Nederlands Geitenzuivel Organisatie (NGZO), hebben gereageerd op vragen van de Gezondheidsraad over het VGO-III-onderzoek.
Onderzoek in meer provincies
Het VGO-III-onderzoek is gestart om te kijken of eerdere bevindingen over longontsteking en de afstand tot geitenhouderijen nog steeds gelden. Eerst is opnieuw onderzocht hoe vaak longontsteking voorkwam in Noord-Brabant en Limburg, waar eerdere onderzoeken plaatsvonden.
De resultaten laten zien dat mensen die binnen 500 tot 2000 meter van een geitenhouderij wonen een hoger risico op longontsteking hebben. Er is nu ook in de provincies Utrecht, Gelderland en Overijssel onderzocht hoe vaak longontstekingen in de buurt van geitenhouderijen voorkomen. Daar werd hetzelfde resultaat gevonden, wat erop wijst dat het voor heel Nederland geldt.
Op zoek naar de oorzaak
Ook is er binnen het VGO-III-onderzoek 6 jaar lang onderzoek gedaan naar mogelijke oorzaken van de longontstekingen bij omwonenden van geitenhouderijen. Er is onderzoek gedaan bij patiënten die bij de huisarts kwamen met longontsteking, bij controlepersonen, geitenhouders en werknemers op geitenhouderijen. Ook is er onderzoek gedaan op geitenbedrijven en in de omgeving van de bedrijven.
Uit dit onderzoek kwam niet één duidelijke veroorzaker naar voren. Wel vonden de onderzoekers meer dan 30 verschillende bacteriën die zowel in de omgeving als in de stal voorkwamen en die bij mensen longontsteking kunnen veroorzaken. Van deze soorten kwamen er 23 ook vaker voor bij patiënten, omwonenden, geitenhouders en/of in de buitenlucht rondom geitenhouderijen. Uit het onderzoek in de stallen bleek dat veel van de aanwezige bacteriën ook voorkomen in de stalmest en het strooisel.
Voldoende wetenschappelijke basis
Er is voldoende bewijs voor een oorzakelijk verband: omwonenden van geitenhouderijen hebben een verhoogd risico op longontsteking. Die conclusie trekt de commissie ‘Veehouderij en gezondheid’ van de Gezondheidsraad nadat ze meer wetenschappelijke onderzoeken over longontstekingen in de buurt van geitenhouderijen heeft bestudeerd. Dit was nodig omdat er eerder nog te weinig wetenschappelijke basis was om met zekerheid te zeggen dat longontstekingen vaker voorkomen in de buurt van geitenhouderijen.
De Gezondheidsraad vindt dat er voor overheden voldoende aanleiding is om maatregelen te nemen om de gezondheidsrisico’s voor omwonenden van geitenhouderijen te beperken. De Gezondheidsraad doet nog geen uitspraken over wat passende en effectieve maatregelen kunnen zijn, dat volgt op een later moment.
Reacties van betrokken organisaties op het advies
De Gezondheidsraad heeft tijdens de vorming van haar advies diverse betrokken organisaties vragen gesteld over de resultaten van het VGO-III-onderzoek. De Gezondheidsraad stelde 4 vragen:
- Hoe verhouden de resultaten van onderzoeken naar gezondheidsrisico’s van veehouderijen, en geitenhouderijen in het bijzonder, zich tot uw opvattingen over deze mogelijke risico’s?
- Wat is de betekenis van de resultaten van onderzoeken naar gezondheidsrisico’s van veehouderijen, en geitenhouderijen in het bijzonder, voor uw organisatie of uw achterban?
- Welke maatregelen om omwonenden te beschermen tegen mogelijke gezondheidsrisico’s van veehouderijen, en geitenhouderijen in het bijzonder, zijn volgens u zinvol en haalbaar en waarom?
- Zijn er nog zaken waar u de adviescommissie op wilt wijzen?
De letterlijke reacties van deze organisaties zijn gebundeld. De volgende organisaties zijn bevraagd:
- Brabants Kennisnetwerk Zoönosen en Provinciale Raad Gezondheid
- GGD GHOR
- Nederland Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV)
- Longfonds
- Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO) Vakgroep Geitenhouderij
- Nederlandse GeitenZuivel Organisatie (NGZO)
- Platform Melkgeitenhouderij
- Q-uestion, stichting voor mensen met Q-koorts